Stand van zaken begin 2018.
Alvorens het Openerfgoed dossier en de bestekken voor restauratie op te stellen werd het noodzakelijk geacht enkele vooronderzoeken uit te voeren teneinde de krachtlijnen ervan te kennen.
Standzekerheidsonderzoek van het gebouw
De funderingen van de noord-,de zuid- en de oostgevel voldoen; deze van de westgevel zijn onvoldoende en moet overwogen worden deze ofwel te verdiepen door ondermetselen ofwel door een betonplaat in de funderingsmuren in te brengen. De scheefgekantelde oosttuinmuur is het resultaat van een verschil in maaiveldhoogte. De steunberen lijken de toestand gestabiliseerd te hebben maar een gedeelte van de muur moet hermetseld worden en steunberen blijven noodzakelijk als het niveauverschil behouden blijft. |
Het metselwerk heeft nogal wat vorst- en zoutschade opgelopen vooral door gebrek aan opstijgend vocht, dakwaterafvoer, verkeerde verfsystemen, gebrek aan onderhoud,…
Momenteel zijn er slechts een beperkt aantal scheuren zichtbaar maar bij het verwijderen van de verflagen kunnen er nog meer zichtbaar worden; deze worden met ankers ingeboord en ingelijmd met metalen klemmen van aangepaste vorm. Afgescheurde binnenmuren worden opnieuw verankerd met de gevels. In de zuidgevel zullen loszittende natuurstenen rond de ramen met ingelijmde draadstangen opnieuw verbonden worden. Bijkomend zal deze gevel die vol staat en geschoord staat, voorzien worden van extratrekkers naar de zijgevels en de vloeren van verdieping en zolder. De schoorstenen worden afgebroken en hermetseld. |
In de vloeren zijn aangetaste balkkoppen aanwezig, deze worden chemisch hersteld en muurankers worden nagezien en waar nodig vervangen. Het draagvermogen is onvoldoende voor publieke toegang en wordt met versterkingen verhoogd .
Omtrent de dakstructuur zijn de spanten voor het voorzien gebruik voldoende. Wel ontbreken er enkele onderdelen, zijn er openstaande verbindingen, de vervormde gordingen moeten verstevigd of vervangen worden dwz. een volledig nazicht en eventuele behandeling tegen houtaantasting.
|
Onderzoek metselwerk en afwerking interieur
Restauratie van het exterieur
Voor de restauratie geldt het algemeen principe van het maximaal behoud van het origineel materiaal.
Alle aanwezige afwerklagen van cement , kalei en kunststof worden verwijderd; omwille van de aanwezigheid van zouten dienen alle voegen op de aangetaste gevels verwijderd worden over een hoogte van 2 meter en met een diepte van 2 à 3 cm. Op alle overblijvende geveloppervlakten worden de loszittende delen van de voegen verwijderd als voorbereiding van de vliesbepleistering. Vervolgens worden diepe gaten in het metselwerk opgevuld met een speciale specie . Bakstenen die verdwenen zijn worden vervangen door nieuwe stenen van het zelfde formaat en samenstelling.
Het nieuwe voegwerk wordt platvol uitgestreken met kalkmortel. De zeer dunne vliesbepleistering wordt op het nog natte voegwerk aangebracht. Dit geldt voor alle bakstenen muurvlakken. Daarop wordt een kalklaag op basis van natuurlijke hydraulische kalk met een brede kalkkwast aangebracht.
De natuurstenen plinten en omlijstingen worden eerst gereinigd door bevloeiing met water en borstelen. Ze worden dan verhard met steenverstevigingsproduct. Kleine gaten en voegen worden opgevuld met kalkmortel. Bij grotere gaten wordt een nieuwe natuursteen ingetand met dezelfde natuursteen.
Restauratie van het interieur
Ook hier geldt het algemeen principe van het maximaal behoud van het origineel materiaal. Vóór deze werken starten zal in iedere plaats aangeduid worden welke materialen bewaard en welke mogen vervangen worden. Alle muren op het gelijkvloers worden behandeld tegen opstijgend vocht door middel van injecties. Om de doeltreffendheid te controleren worden vochtmetingen uitgevoerd. Omwille van de aanwezigheid van zouten in pleisterwerk en baksteen wordt alle pleisterwerk verwijderd tot op een hoogte van 120 cm. |
Scheuren in te behouden pleisterwerk worden vergroot tot op de ondergrond en bijgewerkt met dezelfde kalkmortel. Alle blootliggende muurdelen worden bepleisterd met dezelfde samenstelling.
De gestucte plafonds met opliggende sierlijsten werden ,wellicht in de Vroeg 18 de eeuw ,tussen de moerbalken aangebracht. Voordien was er een gekalkte roostering zoals nog te zien in de berging naast de keuken. Losse verflagen worden verwijderd, alles gewassen en ontvet, lacunes bijgewerkt en opgeschuurd. De deuren en hun omlijstingen, voorzien van hun origineel hang- en sluitwerk dateren eveneens uit de vroeg 18de eeuw. Losse verflagen worden verwijderd, alles gewassen en ontvet, lacunes bijgewerkt met met olieplamuur, opgeschuurd.
Belangrijk te vernoemen bij alle geschilderde elementen is wel de brede waaier van kleuren die over de enkele eeuwen werden toegepast: basis kalkwit voor muren en plafonds met details van groen, grijs, donkerrood, marmernabootsing,…. Voor houtwerk : basis donkergrijs en donkerrood, groen, lichtgrijs, blauwachtig,…en eindigend in houtnabootsing. Voorstel bij restauratie: donkergrijs en donkerrood. Het hang-en sluitwerk zal worden hersteld en hergebruikt. |