• Picture1.jpg
  • Picture2.jpg
  • Picture3.jpg
  • Picture5.jpg
  • Picture6.jpg
  • Picture7.jpg
  • Picture8.jpg
  • Picture9.jpg
  • Picture10.jpg

DE HOEVES

Centrum

Oppem

 

 

Het Breugelhof   -  Sterckxhof

Oorspronkelijk  “Het hoger gelegen Heem” . De hoeve vormde samen met het Hof ten Stene één grote hoeve. Na een brand tijdens de godsdienstoorlogen zijn er twee boerderijen ontstaan.

Het hof gelegen naast de kerk kreeg later de naam Sterckxhof omdat de in Amelgem geboren Engelbert Sterckx er kwam wonen met zijn ouders. In 1851 werd hij priester gewijd, in 1832 werd hij aartsbisschop van Mechelen en Kardinaal in 1838. Het Sterckxhof diende als buitenverblijf voor de Kardinaal. Hij stierf in1867. Vandaar ook de naam “Kardinaal Sterckxlaan”

In de jaren 1900 werd het Sterckxhof een restaurant dat wel bekend was door de Brusselaars onder de naam “Sans-Souci” en later nog omgedoopt naar restaurant “De Waedt”.

In 1951 kwam op dezelfde hoeve de welbekende dichter Bert Peleman wonen. Hij doopte de  historische hoeve om tot “Breugelhof”

In 2001 werd de hoeve omgebouwd tot een bed & breakfast  “Sterckxhof”

 

Sterckshof langs de Pastoriestraat                                           Sterckshof langs de Kardinaal Sterckxlaan

Hof ten Stene 

De geschiedenis gaat terug tot de 14de eeuw, de hoeve maakte samen met het “Het hoger gelegen Heem” een grote hoeve. Na een brand bleef er nog een toren en een waterput over. Rond het gedeelte met de toren werd er een nieuwe boerderij gebouwd.

Alle boerderijen tussen 1550 en 1600 waren toen nog van leem en hout, maar deze werd in steen opgetrokken vandaar ook de naam “Hof ten stene”

 

DONJON  (ruïne)

Op de hoeve langs de weg naar Wolvertem staat een merkwaardige ruïne van een voormalige middeleeuwse donjon. Het is de witstenen onderbouw en kelderverdieping  van een oorspronkelijke woontoren. Een donjon is te omschrijven als een burchttoren die hoofdzakelijk als woning diende voor de plaatselijke machthebbers. De oudst bekende ridder van Oppem was een zekere Willem die overleed in de tweede helft van de 12de eeuw.

De donjon van Oppem wordt gesitueerd in de eerste helft van de 16de eeuw.

Vandaag staat enkel de kelderverdieping met segmentgewelf en het ingestorte ontvangstniveau nog overeind. Over het verdwenen ontvangstniveau, het slaapniveau, de latrine en defensief platform tast men in het duister.

De donjon is uitwendig opgetrokken in een fijn bekapte lediaanse kalkzandsteen van Gobertange, een streekeigen historisch bouwmateriaal in Brabant. Inwendig zijn de dikke muren in 

baksteen gemetseld. Het booggewelf van de kelder is deels ingestort. 

De oorspronkelijke toegang tot de donjon bevindt zich in de noordgevel. De westelijke frontgevel van de donjon, deels ingestort, vertoont nog authentieke vensters met segmentlateien en kelderdoorbreking. De zuidgevel aan de straatzijde eindigt in een puntgevel met luikdoorbreking, ontstaan in de 18de of 19de eeuw.